Jezelf bewijzen kost tijd…

Iedereen die muziek of kunst maakt, kent weleens het moment dat je tegen jezelf zegt; ‘Weetje, ik ben het beu.. laten we iets nieuws proberen’. Na veel zoeken waar je stijl zo’n beetje thuis ligt, probeer je toch telkens met wat nieuws op de proppen te komen. Of het nu om een website, een logo of kunst gaat; je gaat ervoor tot het uiterste! Een mooie mix tussen retro en modern, realisme en abstracte vormen. En dan komt er een moment dat je een bepaald niveau hebt bereikt, waarop het steeds makkelijker lijkt te gaan om de verhoudingen te zien én te kunnen tekenen.

Soms kun je op zo’n moment vragen gaan ontvangen; Mensen die zich afvragen of je het hebt over getrokken, of je geen overhead projector hebt gebruikt voor de dingen die je maakt.. Of in het geval van muziek; of je wel origineel genoeg bent en geen plaatjes mixt. Natuurlijk gebruik je wel ruwweg een voorbeeld om vanaf te schetsen. Ik doe dit dan ook slechts als concept, om te zien of de stijl matcht met wat ik wil bereiken. Maar de verhoudingen, de kleuren, de stijl wat je wilt toepassen zijn altijd uniek en dat kost nou eenmaal veel tijd om jezelf aan te leren. Dus voor de mensen die soms mochten denken dat ik overtrek of projectors gebruik; Sorry, maar ik moet jullie helaas teleur stellen.

Ik zal daarom nu uitleg geven wat mijn proces is en welke stappen ik neem.
In dit geval gaat het om een tekening met meerdere technieken per laag; inkt, aquarel / inktense en acryl.

  1. Eerst pak je een voorbeeld, of je eigen ontwerp. Je meet uit wat je wil hebben en waar.
    Let goed op de verhoudingen en kijk er goed naar; dit is namelijk je basis (en tevens het meest pittige gedeelte van allemaal!). Zodra je grofweg de eerste verhoudingen en vormen goed hebt via een licht potlood (voornamelijk een H2 bijvoorbeeld), kun je door naar punt 2.
  2. Nu kun je met aquarel de kleuren voor de achtergrond en bodemlaag gaan inkleuren. Gebruik hievoor zowel Aquarel als Derwent Inktense potloden. Af en toe goed droog föhnen en strijken eventueel. Hierna door naar punt 3.
  3. Omdat je de verhoudingen nu goed hebt staan, moet dit vrij makkelijk zijn; Je kijkt goed naar het voorbeeld en zet dan de inkt erop met dunne lijntjes. Ik zelf gebruik hiervoor Steadler fine-liners (maar Rotring mag ook).
  4. Nu je al een goede basis hebt, kun je oost-indische inkt gaan gebruiken om de lijnen extra te accentueren.
  5. Inkleuren. Wees creatief en verzin hier zelf een invulling aan, gebruik kleuren die op dat moment het beste bij je gevoel passen. Je passie geeft namelijk het beste resultaat als je echt midden in ‘je flow’ zit.
  6. Inlijsten maar!

Kortom; Heel veel oefenen, lezen en video’s bekijken. Vooral het kijkwerk is erg belangrijk, vanuit hier vorm je namelijk je basis.
Naast dat je je ervaring voortdurend verrijkt, moet je ook het lef hebben om fouten te maken. Dit klinkt misschien gek, maar het gebeurd regelmatig dat iets totaal anders uitpakt dan je verwacht.
Je hebt op die momenten soms sterk de neiging om je werk te verkreukelen en weg te gooien, of je doek compleet opnieuw wit te gaan schilderen…
Maar waarom zou je, als je basis niet eens slecht is? Stopte je ook voorgoed met leren lopen, toen je voor de eerste keer viel?
Met tekenen en schilderen is dit absoluut niet anders. Als je echt wil, dan kun je het en is er iets mis? Geen paniek; improviseer!
Dat is hoe ik het tot op heden gedaan heb en nog steeds doe, want er is nog altijd genoeg om aan te werken en te leren.

Hopelijk tot een volgende expositie 😉

Met vriendelijke groet,

Yvo Swider

Deze pagina delen op: